Inventarisatie Nederlands beleid voor de Circulaire Economie

Inventarisatie Nederlands beleid voor de Circulaire Economie

De vraag

Nederland heeft de ambitie om in 2050 een circulaire economie te hebben. Dit is vastgelegd in het regeerakkoord en in het Grondstoffenakkoord. Inmiddels wordt er op tal van plekken hard gewerkt aan het vormgeven van deze ambitie. Het is van groot belang om goed te monitoren hoe deze transitie verloopt en waar we op dit moment staan. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) publiceert daarom elke twee jaar de integrale rapportage over de voortgang van de transitie van de circulaire economie in Nederland (de ICER). In januari 2023 is de tweede ICER uitgekomen.

Voor de twee ICER rapporten heeft Het Groene Brein een overzicht gemaakt van het beleid gericht op de circulaire economie in Nederland op landelijk niveau. Het doel van de inventarisatie is om op een handzame manier inzicht te krijgen in het beleid dat specifiek gericht is op het versnellen van de circulaire economie. Welk beleid loopt er? Wat is daarvan al vastgesteld en wat is voorgenomen? Deze opdracht is onderdeel van de ICER.

  • Doel 1. Om op een handzame manier inzicht te krijgen in het beleid dat specifiek gericht is op het versnellen van de circulaire economie.
  • Doel 2. Een eerste inschatting te maken voor de duiding van impact van dit beleid.

De inventarisatie CE beleid voor de ICER 2023 lees je hier.

De inventarisatie uit 2020 lees je hier. 

De aanpak

Met enkele wetenschappers van Het Groene Brein hebben we gekeken naar een goede aanpak van deze vraag. Hoe krijg je goed en compleet inzicht in de voortgang van het beleid op het vlak van de circulaire economie? In de wetenschap zijn hiervoor vele modellen gemaakt en vele inzichten geleverd. Omdat het een relatief nieuw beleidsterrein is hebben we een methode op maat gemaakt voor deze evaluatie. De inventarisatie focust op twee assen: 1) De mate van implementatie van de maatregelen (is het al akkoord bevonden en in uitvoering) en 2) het type instrument dat is gekozen. Aanvullend hebben we gekeken naar de rol van de overheid, de transitie-aanpak en de sturing op de R-Ladder.

In deze inventarisatie zeggen we als toevoeging op de inventarisatie uit 2020 ook iets over de mate waarop het beleid de potentie heeft om de doel­ stellingen op het vlak van de circulaire economie te realiseren. We mappen alle gevonden instrumenten daarom op vier zaken die invloed hebben op de mate van potentie op het realiseren van doelstellingen:

  1. Tijdshorizon
  2. Aangrijpingspunt in systeem (geheel systeem of subsysteem)
  3. Paradigmashift
  4. Stringent

Op basis van deze methode hebben we documenten bestudeerd en hebben we met meerdere betrokkenen vanuit de beleidsmakers en beleidsuitvoerders gesproken.

Het resultaat

Op grond van het uitgevoerde onderzoek zien wij dat er veel maatregelen zijn genomen vanuit de overheid om de markt te stimuleren de circulaire economie vorm te geven. Echter, deze maatregelen zijn veelal vrijblijvend van aard. De maatregelen die meer sturend zijn grijpen veelal aan op kleinere delen van een bepaalde sector (denk aan bijmenging van biobrandstof in binnenvaart) en vallen binnen het huidige paradigma van de meer lineaire economie. Waarbij de meeste regulerende en normerende maatregelen zich richten op bijmenging van een beperkt % recyclaat en het beter inzamelen van producten. Maatregelen die leiden tot een paradigmashift en tot condities voor circulair ondernemers zien we slechts in zeer geringe mate.

Onze conclusie is dan ook dat de huidige mix van maatregelen niet leidt tot een omslag in de transitie naar een circulaire economie. Het is een aardige mix om partijen met subsidie en andere vormen van ondersteuning aan te moedigen stappen te zetten. Het is geen mix die condities schept om de circulair economie het nieuwe normaal te maken. Hiervoor is nog een stevige stap nodig richting meer stringent beleid dat zich ook richt op een paradigmashift en het creëren van condities voor de circulaire economie.

Facts & Figures

  1. Rondom circulaire economie zijn er fors minder beleidsuitwerkingen dan in 2020; in 2022 zien we in totaal 256 beleidsuitwerkingen. Dit komt met name doordat het beleid anders is opgeschreven en er een kabinetswissel is geweest.
  2. Een groot deel, 36%, van deze beleidsuitwerkingen bevindt zich in de ideeënfase, maar een groeiend deel, 45%, van de beleidsuitwerkingen is concreet uitgewerkt beleid.
  3. Het grootste deel, 67%, van de beleidsuitwerkingen is gericht op ondersteuning van initiatieven van andere partijen via communicatie, (vrijwillige) afspraken en facilitering (categorie A en F).

Duiding van de potentie van het huidige CE­-beleid:

  • De tijdshorizon: minder dan de helft van de acties heeft betrekking op de korte termijn, meer dan de helft op de lange termijn.
  • Meer dan de helft (66%) bestrijkt een gehele keten of meerdere ketens, terwijl 34% partieel is en slechts een deel van een keten bestrijkt.
  • Veruit de meeste instrumenten (83%) bouwen voort op het huidige paradigma en voegen wat circulaire elementen toe aan een overwegend lineair systeem, de rest zoekt wel in te zetten op een paradigmaverandering.
  • En tenslotte is 86% van de instrumenten min of meer marktconform en marktgedragen (niet sterk sturend), een kleine minderheid (14%) is wel sturend en stringent.

Over het projectEr is nog een stevige stap nodig richting meer stringent beleid dat zich ook richt op een paradigmashift en het creëren van condities voor de circulaire economie