— Nieuws
Op 2 februari is het World Wetlands Day: een initiatief om bewustzijn te creëren rond deze unieke draslanden en het belang ervan voor onze planeet. In het kader van deze dag vroegen we Ralph Temmink wat wetlands eigenlijk zijn, waarom ze belangrijk zijn, en wat we kunnen doen om de achteruitgang van wetlands tegen te gaan. Ralph is universitair docent en onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht met een onderzoeksfocus op natte ecosystemen in relatie tot natuurherstel en mitigatie van klimaatverandering.
“Een wetland is een parapluterm voor natte natuurgebieden, gebieden die zich kenmerken doordat de bodem met water verzadigd is. Afhankelijk van de dynamiek ontstaan verschillende types wetlands. In de kustecozone heb je bijvoorbeeld de schorren (kwelders) of zeegrasvelden. Dat zijn stukken land die met hoogtij onder water staan en met laagtij droog liggen. In het binnenland zijn uiterwaarden, moerasbossen of veengebieden voorbeelden van wetlands.
De bodem van een wetland is vaak rijk aan organisch materiaal. Een bodem die niet permanent verzadigd is met water bevat veel zuurstof, waardoor organisch materiaal snel afbreekt. Denk aan een blad sla dat je op je bord laat liggen: dat vergaat vrij snel doordat het wordt afgebroken door micro-organismen. Bij een bodem die wél permanent onder water staat komt er minder zuurstof in de bodem. Veel minder zelfs, zo’n 10.000 keer. Daardoor gaat ook de afbraak van organische stoffen veel langzamer en door die tragere afbraak ontstaat een ophoging van organische stof. Zo ontstaan bijvoorbeeld veengebieden over honderden tot duizenden jaren
Een schor wordt bijvoorbeeld een deel van de tijd overspoeld met zeewater. Hetzelfde geldt voor mangroven en heel veel andere soorten kustecosystemen. Leven in zo’n omgeving vraagt om verschillende aanpassingen van planten en dieren. Vergelijk het met planten in huis: als je die te veel water geeft sterven ze af, omdat ze zuurstof nodig hebben in die wortelzone. Moerasplanten als riet en kweldergrassen zijn aangepast om in omstandigheden te kunnen leven waar weinig tot geen zuurstof in de bodem is. Wetlands zijn dus unieke ecosystemen waar alleen bepaalde soorten kunnen leven.
Deze dynamiek zorgt voor verschillende ecosystemen, afhankelijk van de omstandigheden. Aan de kust heb je invloed van zout water. Hoogvenen, een speciaal type veen, wordt beïnvloed door regenwater wat heel voedselarm is. Laagveen wordt beïnvloed door grondwater, dat voedsel- en mineraalrijker is. De uiterwaarden van rivieren hebben meer dynamiek met hoog- en laagwater, dus het kan zijn dat een bepaalde plant vandaag droog staat en de komende twee weken een meter onder water staat.”
Het belangrijkste is dat water de ruimte krijgt, waarmee dynamiek kan te herstellen. Die dynamiek is voor elk ecosysteem weer heel verschillend. Vaak is de oplossing om wetlands te herstellen eenvoudig, maar is de uitvoering extreem complex.
“Wetlands zijn om heel veel verschillende redenen belangrijk. Laten we beginnen met de biodiversiteit. Je hebt dus specifieke soorten die zijn aangepast aan wetland omstandigheden. Denk aan soorten die kunnen leven in een zout milieu, soorten die kunnen overleven met wisselende waterstanden of soorten die kunnen overleven in hele voedselarme omstandigheden, bijvoorbeeld zonnedauw. Of veenmossen, die kunnen omgaan met de hele voedselarme omstandigheden in hoogvenen. Zo zijn er nog tal van voorbeelden van dit soort soorten. Het is niet per definitie zo dat een wetland een hele hoge soortenbiodiversiteit heeft, maar er komen veel speciale soorten voor.
Een andere reden is de opslag van CO2. Neem veengebieden, die hebben de hoogste dichtheid aan CO2 opgeslagen van alle ecosystemen wereldwijd. Doordat de gebieden permanent waterverzadigd zijn gaat de afbraak van organisch materiaal heel langzaam. Op die manier wordt in veen over duizenden jaren CO2 opgeslagen. Hetzelfde geldt voor andere types wetlands, zoals mangroven, schorren en zeegrasvelden, deze hebben een hoge koolstofdichtheid. Wetlands zijn dus een belangrijk koolstofreservoir.
Daarnaast zijn wetlands belangrijk op het gebied van zoetwatervoorziening. Wetlands zijn een soort sponzen die het water tijdelijk kunnen bergen. In tijden van droogte, maar ook in natte periodes. Een natuurlijke vorm van wateropslag dus. Een andere belangrijke eigenschap is kustverdediging: schorren zorgen ervoor dat golven gedempt worden. Op die manier hebben wetlands een heel scala aan eigenschappen die ze heel speciaal en belangrijk maken om te behouden, maar ook te herstellen. “
“Wereldwijd bestaat ongeveer 3% van het landoppervlak uit veen. Van dat oppervlak is 10% gedraineerd, daar is water uit onttrokken. Dus wereldwijd is 0,3% van het landoppervlak gedraineerd veen. Die 0,3% is goed voor ongeveer 5% van de wereldwijde CO2-uitstoot.
Als je zo’n systeem verstoord komt die CO2 langzaam vrij. Door de drainage wordt het organisch materiaal afgebroken doordat er zuurstof bij komt, waarbij de opgeslagen CO2 vrijkomt. Dat is een langzaam proces, als je veen ontwaterd zakt de veenbodem met ongeveer een centimeter per jaar. Maar een veen kan makkelijk 3 á 4 meter dik zijn, dus tel uit je verlies. Een veenbodem eeuwenlang zakken en zo kan dus eeuwen aan opgeslagen CO2 de lucht in komen. Het ontwateren van veen kan dus een hele grote impact hebben op het klimaat.
Het herstellen van wetlands heeft op twee manieren impact op het klimaat: aan de ene kant stop je het proces waarbij CO2 vrijkomt als je gedraineerde veengebieden weer vernat. Aan de andere kant kan het gebied ook weer CO2 gaan opnemen als je het op een goede manier herstelt. Maar onder de streep is het voorkomen/stoppen van die emissie belangrijker dan de nieuwe opname. De uitstoot van CO2 is misschien wel 10 keer zo hoog als de opname van CO2. Het effect van het voorkomen van uitstoot is dus belangrijker dan de opslag.”
“De achteruitgang is eigenlijk best eenvoudig. Wij mensen hebben de wetlands ontgonnen. Eerder werden wetlands gezien als woeste, nutteloze gronden. We zagen toen niet de belangrijke ecosysteemdiensten die wetlands leveren. Doordat we de waarde er niet van inzagen zijn we de veen- en kustgebieden gaan ontwateren. We zijn schorren gaan indijken, venen gaan ontwateren en rivieren gaan omdijken ten behoeve van landbouw, bosbouw en steden. Dat is eigenlijk de reden dat de wetlands achteruit zijn gegaan.
Vorig jaar is er een paper uitgekomen waarin stond dat in landen als Nederland meer dan driekwart van de wetlands zijn ontwaterd de afgelopen 300 jaar. Dus Nederland loopt helaas voorop in de ontwatering van wetlands. Wereldwijd lag dat getal rond de 30%, met uitschieters in Europa, China en Amerika.
Op het gebied van landbouw heeft het ermee te maken dat we het water kunstmatig laag willen houden om het land met zware machines te kunnen bewerken. Wetlands zijn nat en drassig. Maïs en gras groeien daar niet goed op en koeien kunnen daar niet lopen. De waterstand moet daarvoor omlaag en dus wordt het water uit venen onttrokken om het land geschikt te maken voor het groeien van gras en het gebruik van zware machines.”
“Het belangrijkste is dat water de ruimte krijgt, waarmee dynamiek kan te herstellen. Die dynamiek is voor elk ecosysteem weer heel verschillend. Vaak is de oplossing om wetlands te herstellen eenvoudig, maar is de uitvoering extreem complex.
Om gedraineerd veengebied te herstellen is een relatief makkelijke stap het weer vernatten van dit gebied, waarmee een belangrijke randvoorwaarde van een wetland hersteld wordt. Of je uiteindelijk weer de natuurwaarden terugkrijgt blijft dan de vraag, want het land is aangetast door de ontwatering en voor intensieve landbouw.
Bij de kustgebieden is het probleem dat schorren zijn ingedijkt. Een relatief makkelijke stap is het ruimte geven aan water, zodat deze gebieden weer kunnen onderstromen. In principe zou je de dijk dan een stuk kunnen verleggen. Dat is makkelijk gezegd, maar de uitvoering in de praktijk is lastig.
Wat hierbij nog belangrijk is om te benoemen, is het probleem dat de gangbare manier van landbouw niet meer mogelijk is wanneer je veengebieden weer gaat vernatten. Daarom werken we bij de Universiteit Utrecht aan een concept waarbij landbouw wordt bedreven op vernatte veengrond. Dat noemen we natte teelt of paludicultuur. Dit houdt in dat je de veenbodem weer vernat en daar bepaalde gewassen verbouwd als riet, lisdodde of veenmos. Op deze manier kunnen gewassen worden geoogst, gebruikt en verkocht mét behoud van de sponswerking van wetland, maar zonder de negatieve neveneffecten als CO2-uitstoot of verzaking van de bodem. Zo zijn er tegenwoordig nieuwe richtingen om dus op een andere manier met die bodem om te gaan.”
“Fochteloërveen en het Bargerveen zijn goede voorbeelden van het herstel van veengebied. In deze gebieden wordt het hoogveen hersteld door te vernatten. Of de Onlanden, waar een wetland is aangelegd als waterberging voor de stad Groningen. Zo wordt er op heel veel plekken gewerkt aan het herstel van wetlands, zowel in Nederland als daarbuiten, en dat moet ook. Als je doorgaat met het ontwateren van veen blijft de bodem zakken en blijft er CO2 vrijkomen.
Heel plat gezegd: we hebben afgesproken dat we netto geen CO2 willen uitstoten in 2050 met het klimaatakkoord in Parijs. Redenerend vanuit daar zie je CO2-uitstoot krijgt als dat als je wetlands degradeert. Dus om naar nul uitstoot te gaan is het nodig die systemen weer nat te krijgen zodat je de CO2-uitstoot stopt of grotendeels verlaagd. Trek je die redenatie nog verder door moeten we verder gaan met natte landbouw en niet meer met ontwaterende landbouw op veen. Maar, zoals ik al zei, dan sla je het heel erg plat en mis je bijvoorbeeld de sociaal-economische aspecten. Maar dat is wel de richting die we op moeten als we richting duurzaam landgebruik willen.
Kortom, het herstellen en beschermen van wetlands vraagt een heel ander landgebruik. We moeten toe naar natte landschappen. Dat kan betekenen dat je een deel van Nederland inzet voor waterberging, recreatie, natuur, koolstofopslag, een deel voor natte landbouw in wetlands én een ander deel voor landbouw op drogere gronden. Dat is ook waarom er wordt gepleit voor minder veeteelt, want veeteelt gebruikt ook heel veel land voor maïs en gras. Land dat nu gedraineerd is. Dat moet dan dus anders. Dat is eigenlijk een soort meta plan voor Nederland. Volg je die redenatie, moeten rivieren meer water afvoeren met pieken als die van eind december. Daar heb je ruimte en dus meer uiterwaarden voor nodig.”
Wetlands zijn dus belangrijk wereldwijd. Niet alleen vanwege de unieke biodiversiteit, maar ook vanwege de opslag van koolstof, hoogwaterbescherming en de zoetwatervoorziening. Nu, maar ook in de toekomst zijn deze gebieden essentieel om te behouden en herstellen. Niet alleen op het gebied van CO2-uitstoot, maar ook de afwatering met het oog op een verhoogde zeespiegel en de zoetwatervoorziening in droge periodes.
Om wetlands te behouden zullen we anders met ons land moeten omgaan. Het Groene Brein werkt in diverse projecten aan vraagstukken rondom landdegradatie en duurzame landbouw. Hierbij koppelen we praktijk en wetenschap aan elkaar, zodat we stappen zetten naar een duurzame toekomst. Meer weten? Bekijk de whitepaper ‘Stop landdegradatie‘ of ‘Regeneratieve landbouw: Ervaringen en lessen uit een Community of Practice‘.
Deel dit artikel
Wil je als eerste het laatste nieuws over ons werk en ons team ontvangen? Blijf altijd op de hoogte en meld je aan voor onze nieuwsbrief! Schrijf je nu in en mis niets van onze updates!
Op de hoogte blijven van wat wij doen?
Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief!
Wij, en derde partijen, maken op onze website gebruik van cookies. Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website goed functioneert, om jouw voorkeuren op te slaan, en om inzicht te verkrijgen in bezoekersgedrag. Door op ‘Voorkeuren’ te klikken, kun je meer lezen over de cookies die wij gebruiken en kun je jouw voorkeuren opslaan. Door op ‘Accepteren’ te klikken, ga je akkoord met het gebruik van alle cookies zoals omschreven in onze privacy- en cookieverklaring.