Home
Waar we aan werken
Ons brein
Onze werkwijze
Blijf op de hoogte

— Nieuws

Inge Oskam en Ruth Mugge: maak reparatie betaalbaar en toegankelijk

“We zijn de repareer-mindset kwijtgeraakt. Veel producten worden vervangen zonder dat mensen reparatie overwegen. ”
Ruth Mugge

Hoogleraar Design for Sustainable Consumer Behavior, TU Delft

Het Groene Brein werkt aan het realiseren van een duurzame en rechtvaardigere samenleving door de nieuwste kennis uit ons wetenschappelijk netwerk te koppelen aan vraagstukken die de transitie naar bijvoorbeeld de circulaire economie in de weg staan. Een vraagstuk dat we veel voorbij zien komen is het verlengen van de levensduur van producten door reparatie.

Daarom spraken we met Inge Oskam (lector Circulair Ontwerpen en Ondernemen, Hogeschool van Amsterdam) en Ruth Mugge (hoogleraar Design for Sustainable Consumer Behavior, TU Delft) over de huidige reparatiemarkt, welke ontwikkelingen er zijn en wat er vanuit beleid, praktijk en consument nodig is om deze op te schalen. Oskam is expert op het gebied van circulair ontwerpen en circulaire businessmodellen, waar reparatie een grote rol in speelt. Mugge heeft als hoogleraar diverse onderzoeksprojecten geleid op het gebied van reparatie.

Reparatie: essentiële levensduurverlenging

Elk jaar verspillen we miljarden kilo’s aan producten. Bovendien neemt de hoeveelheid afval elk jaar toe. In 2022 was er bijvoorbeeld 62 miljard kilo afval uit elektronische apparaten (e-waste), terwijl dit in 2010 nog 34 miljard kilo bedroeg. Een enorme stijging. Mugge: “De milieubelasting van elektronica is gigantisch. Bij de productie komt veel CO2 vrij, en daarnaast worden er schaarse grondstoffen gebruikt die onder erbarmelijke omstandigheden worden gewonnen. Bovendien zorgen afgedankte producten voor bodemvervuiling, en het verbranden ervan resulteert in uitstoot van onder andere CO2.”

Reparatie is een belangrijke factor om dit te voorkomen. Oskam: “Je wil producten zo lang mogelijk gebruiken en zo nieuwe productie voorkomen. Dit kan onder andere door reparatie, maar dan moet er bewustzijn komen dat reparatie een serieuze optie is. Dat bewustzijn is er nu niet.” Mugge deelt die mening: “We zijn vergeten dat producten te repareren zijn. Als een accu achteruit gaat vervangen we de hele telefoon in plaats van enkel de accu. Dus vaak vervangen we onze telefoon elke twee à drie jaar, terwijl we hier ook zes of zeven jaar mee kunnen doen wanneer we deze laten repareren.”

Huidige stand van de reparatiemarkt

Opschalen naar een sterke reparatiemarkt is dus nodig. Wat is de huidige stand van zaken? Oskam: “Die is slecht. Er wordt weinig gerepareerd. We zijn gewend geraakt aan een maatschappij waarin we producten makkelijk weggooien. Producten zijn goedkoper geworden, waardoor het vaak voordeliger is om iets nieuws te kopen dan om iets te laten repareren. Bovendien zijn veel producten tegenwoordig moeilijk te repareren door hun ontwerp, wat de kosten verhoogt. Dit is vooral het geval bij kleinere elektronica, die vaak niet eens te openen zijn.”

Mugge: “We zijn de repareer-mindset kwijtgeraakt. Veel producten worden vervangen zonder dat mensen reparatie overwegen. Uit onderzoek (Magnier & Mugge, 2022) blijkt dat mensen bij een acuut defect nog wel aan reparatie denken, maar dat dit zelden gebeurt bij producten met een klein mankement waarbij het product nog wel zijn hoofdfunctie vervult. Kleine defecten als een versleten accu zorgen vaak voor frustratie, waardoor mensen in een vervangingsmodus terechtkomen.”

Om reparatie te stimuleren wordt er in verschillende programma’s onderzoek gedaan naar wat hiervoor nodig is, op grote schaal of juist in specifieke sectoren. We lichten er een paar uit:

  • Tackling Fixophobia, dat onlangs een NWO KIC subsidie kreeg toegekend. Hierin onderzoekt een consortium van wetenschap, praktijk en beleid samen wat er nodig is om de reparatie-economie te bevorderen.
  • De ReUse Alliance, waar Het Groene Brein met een consortium werkt aan een meubelbranche gericht op refurbishment en reparatie, onder andere door het ontwikkelen van een verkorte opleiding tot meubelreparateur.
  • De EEA Coalitie van de Transitieagenda Consumptiegoederen, dat als doel heeft refurbishment, tweedehands en reparatie te stimuleren voor elektronische en elektrische apparaten.

Right to repair, reparatiefonds & andere ontwikkelingen

In Nederland en Europa zijn de laatste jaren diverse maatregelen doorgevoerd om reparatie te stimuleren. Denk aan het recht op reparatie vanuit de Europese Unie of het reparatiefonds in Frankrijk. In Nederland wordt daarnaast een reparatieregister ontwikkeld waar consumenten zien waar in de buurt een product gerepareerd kan worden.

Mugge ziet dit als positieve ontwikkelingen: “Door dit soort maatregelen maak je reparatie weer top of mind. De vouchers in Frankrijk maken reparatie voor consumenten ook financieel interessant.” De maatregelen hebben niet alleen effect op consumenten: “Een reparatielabel als in Frankrijk en België stimuleert ook de producenten om in te zetten op reparatie. Neem het energielabel: daar concurreerden merken om een zo hoog mogelijk energielabel te halen. Door die ontwikkeling gingen we van A naar A+ en A++. Die impact kan een reparatielabel ook hebben.”

Ook Oskam vindt deze ontwikkelingen positief: “Het is heel belangrijk dat er voorwaarden gesteld worden aan de repareerbaarheid van producten en de beschikbaarheid van onderdelen. Het mag nog strenger, maar in de huidige situatie is elke stap een goede stap.”

“Producenten moeten zorgen dat hun product te repareren is. ”
Inge Oskam

Lector Circulair Ontwerpen & Ondernemen, Hogeschool van Amsterdam

Wat is er nodig vanuit beleid, praktijk en consument?

De rol van overheid, bedrijven en consumenten in het stimuleren van reparatie hangt met elkaar samen, vertelt Mugge: “Bedrijven stimuleren de consument en worden gestimuleerd door beleid. We moeten een setting creëren waarin de consument wordt gemotiveerd om te repareren en wordt gestimuleerd om zelf reparaties en onderhoud uit te voeren.”

Ook Oskam ziet samenwerking als essentieel om reparatie verder op te schalen: “We moeten een nieuwe soort reparatiesector zien te creëren. Bedrijven, platforms of reparateurs die in het gat van reparatie springen. Daar ligt een rol voor de overheid, bedrijven en onderwijsinstellingen: we moeten weer leren repareren.”

Toch zien Oskam en Mugge op verschillende vlakken kansen voor de drie groepen. We zetten ze uiteen.

Overheid: beleidsmaatregelen, bewustwording en beprijzing

Mugge en Oskam zien een grote rol weggelegd voor de overheid. Allereerst financieel. “BTW op arbeid is hoog. Je kunt reparatie in het lage BTW-tarief laten vallen waardoor het goedkoper wordt.”, aldus Oskam. Ook Mugge ziet dit: “Een fietsreparatie wordt bijvoorbeeld gezien als essentieel, waardoor de BTW op fietsreparaties verlaagd is. Als je dat ook voor de smartphone doet, motiveert dat om te repareren doordat het financieel interessanter wordt.”

Daarnaast ligt er een rol voor de overheid om te sturen op productontwerp dat de consument stimuleert het product te (laten) repareren. Mugge legt uit: “Uit onderzoek (Van den Berge, Magnier & Mugge, 2023) blijkt dat de consument sneller geneigd is het product te (laten) repareren wanneer deze zelf een diagnose kan stellen door bijvoorbeeld een foutmelding. Dit kan via het ontwerp door bijvoorbeeld sensoren te installeren.”

Oskam ziet kansen in wetgeving die bedrijven verplicht reserveonderdelen beschikbaar te stellen voor reparateurs: “In Nederland zijn hier momenteel geen regels voor, maar dit soort wetgeving maakt reparaties voor consumenten toegankelijker omdat ze ook naar onafhankelijke reparateurs kunnen stappen in plaats van enkel de producent.” Mugge ziet een ander soort maatregel: “Misschien zou de EU eisen moeten stellen aan de levensduur van producten, bijvoorbeeld met een label. De levensduur kan dan een belangrijk keuzecriterium worden. Nu zijn er weinig harde criteria, terwijl dat wel mogelijk is.”

Een ander veelgehoord issue is de tijd die over reparatie heen gaat. Mugge: “Een manco in de huidige wetgeving is dat je je product in een redelijke termijn terugkrijgt na reparatie. Maar wat is een redelijke termijn? Is twee weken redelijk als jij als echte koffiefanaat twee weken zonder koffie moet doen?”

Verder is het belangrijk reparatie algemeen geaccepteerder te maken. Hierin speelt de overheid een grote rol. Mugge: “Mensen zijn gevoelig voor sociale normen. Op dit moment is die norm: gooi het product weg en koop iets nieuws. Die norm moet verschuiven naar repareren.” Maar reparatie geaccepteerder krijgen gaat niet alleen door de norm te verschuiven: “Het repareren moet ook makkelijker worden gemaakt, bijvoorbeeld door foutmeldingen. En het aantal reparateurs zal moeten toenemen: meer reparateurs maakt reparatie makkelijker en toegankelijker voor de consument.”

Bedrijven: ontwerp en samenwerking

De overheid kan dus verschillende stappen ondernemen om reparatie te stimuleren. Hoe zit dit bij bedrijven? “Bedrijven moeten reparatiediensten aanbieden die toegankelijk, betaalbaar en effectief zijn.”, stelt Oskam. Allereerst door het productontwerp: “Sommige producten kun je brengen of opsturen, maar voor andere moet een reparateur naar je toe komen, wat het proces ingewikkelder maakt. Hier ligt een belangrijke verantwoordelijkheid voor zowel de bedrijven zelf als de sector.”

Het ontwerp speelt een belangrijke factor: “Producenten moeten zorgen dat hun product te repareren is. Mooie voorbeelden zijn FairPhone en Repeat Audio, makers van modulaire producten die makkelijk te repareren zijn en daardoor heel lang meegaan. Maar het gros van de producten is niet op die manier ontworpen.”

Zowel Mugge als Oskam zien het belang van samenwerking in de keten in om reparatiediensten verder op te schalen. Maar ook in een breder perspectief is meer ketensamenwerking nodig, benadrukt Mugge: “Er moet beter gekeken worden of producten nog een tweede leven kunnen krijgen voordat deze gerecycled worden, bijvoorbeeld door extra selectie bij de milieustraat. Dat vraagt om samenwerking met de gehele keten.”

“Daarnaast kunnen bedrijven kijken naar wat consumenten zelf kunnen doen aan reparatie. Reparateurs zijn kostbaar, terwijl simpele reparaties wellicht ook door de consument zelf uitgevoerd kunnen worden met support via bijvoorbeeld een interface of app.”, voegt Mugge toe.

Verder kan slim productontwerp bijdragen aan goed onderhoud en daarmee minder behoefte aan reparatie. Mugge: “Ik vind het verrassend hoe weinig producten onderhoud hebben ingebouwd. Er zijn interfaces die motiverend werken om onderhoud te plegen. Bijvoorbeeld een oven die een half uur na gebruik een signaal geeft om schoongemaakt te worden.”

Consument: gedragsverandering door motivatie

Bedrijven en overheid kunnen consumenten dus stimuleren om een product te laten repareren in plaats van deze te vervangen. Enerzijds kan dit door reparatie financieel aantrekkelijker te maken door btw-verlaging of reparatievouchers. Anderzijds kan ook het productontwerp bijdragen aan vroegtijdig onderhoud en signalleren wanneer reparatie nodig is.

Daarnaast vraagt het opschalen van reparatie van consumenten een stuk bewustwording en gedragsverandering, stelt Mugge. “De tendens is nu dat de consument fout zit, terwijl deze onderdeel is van een systeem dat niet stimuleert om te gaan repareren. Dus we moeten iets veranderen om de consument mee te krijgen en dan zijn twee dingen belangrijk: mensen moeten gemotiveerd zijn en bovendien kunnen repareren”

Kortom, er is de komende jaren nog genoeg werk te verzetten om reparatie in Europa steviger op de kaart te zetten. Wil jij bijdragen aan het opschalen van de reparatie-economie, wil je meer weten over de verschillende programma’s waarin gewerkt wordt aan het stimuleren van reparatie of heb je andere ideëen waar je wetenschappelijke input voor nodig hebt? Neem contact met ons op!

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte

Wil je als eerste het laatste nieuws over ons werk en ons team ontvangen? Blijf altijd op de hoogte en meld je aan voor onze nieuwsbrief! Schrijf je nu in en mis niets van onze updates!